Underdog

Gepubliceerd op 1 januari 2022 om 12:58

Ik haat haar. Iedere vezel in mijn lijf verafschuwt haar. Ik vind haar vreselijk. Ze is een afschuwelijk mens. Ik… Ik weet niet eens meer wanneer het begon. Ik heb van haar gehouden, dat geloof ik best. Het zal zo zijn geweest, dat moet wel. Ik voel het alleen niet meer. Ik kan het me niet herinneren en ik voel niets dan haat bij haar. Die afgrijselijke stem, die sacherijnige kop, ik trek het niet langer. Als zij niet oprot dan ga ik.

 

Ooit waren we verliefd. Ik in ieder geval wel en zij vast ook. Achteraf weet ik dat niet meer zeker. Ik weet niets meer zeker. Ik vond haar mooi en spannend, anders dan ik. Zij had een weelderig lichaam, lange blonde haren en was zelfverzekerd. Eigenlijk vond ik mezelf altijd middelmatig en gewoon, met mijn asblonde haar en gemiddelde lengte viel ik niet echt op. Door haar voelde ik me ineens speciaal en geliefd. Ze keek tegen me op en vond mijn werk interessant. Ik was zakelijk en kalm, zij was gevoelig en theatraal. We verschilden als dag en nacht. In het begin vond ik dat perfect, omdat we elkaar zo goed aanvulden. Ik was stil en luisterde graag, zij praatte en bracht leven. Daarnaast had zij gevoel voor stijl en een mening en ik vond alles best. Ze adoreerde mij en maakte van mij een bijzondere man. Misschien wel iets te bijzonder, soms was ik bang niet aan haar verwachtingen te kunnen voldoen. Het enige dat ik wilde, was haar gelukkig maken, haar geluk was het mijne. Misschien deed ik te veel mijn best in het begin, want na een tijdje werd ik wat makkelijker. Ik begon minder toneel te spelen, ik wilde mezelf zijn. Dit werd niet gewaardeerd, het was net alsof ze mij doorzag. Mijn ware ik bleek niet welkom.

 

Haar scherpzinnigheid maakte me onzeker, ze was slim en analyseerde alles en iedereen. Ergens voelde ik dat ik niet was opgewassen tegen haar. Ik koos er meestal voor om mee te gaan in haar beslissingen, de weg van de minste weerstand. Ook ging ik mijn aandacht verleggen van haar naar de kinderen, dat hielp. Voor even. Mijn werk slokte me sowieso op, dat was nooit anders geweest. Mijn werk betekende alles voor mij. Mijn zelfvertrouwen en ego, mijn werk was mijn basis. Zolang ik daar scoorde, voelde ik me nog enigszins goed en gesterkt.

 

Het gezeur werd geklaag, ze wilde altijd wat van mij. Het was nooit goed en al helemaal niet genoeg. Ondankbaar voor het salaris dat ik alleen verdiende, zodat zij thuis met de kinderen kon zijn. Niet tevreden met de tijd die ik aan de kinderen spendeerde, omdat het van onze tijd af ging. Klagend om de seks die ik wel wilde, maar geen tijd nam om belangstelling te tonen. Seks werd haar machtsmiddel en ik besloot een afwachtende houding aan te nemen. Ik was blij met de kruimels, vond ook ergens dat ik blijkbaar niet beter verdiende. Ze behandelde mij zo langzamerhand als de ‘underdog’ en ik had haar vaak  verteld dat ik zo niet behandeld wenste te worden. Er waren eerdere vrouwen geweest die me dat gevoel gaven. Opnieuw overkwam het me en ik begon me af te vragen waar ik dit alles toch aan verdiend had. Waarom viel ik toch altijd op de verkeerde vrouwen?

 

Ik maakte lange dagen en zorgde voor alles en iedereen. Toch kon ik het nooit goed doen. Wanneer moest ik opladen, wat bleef er over voor mij? Ik hield met iedereen rekening, maar dat werd niet gewaardeerd. Rust wilde ik en niet langer gezeur aan mijn kop. Ik mocht graag ’s avonds surfen over het internet, kopen en verkopen. Handelen daar hield ik van, de jacht op spullen. De aankopen zelf interesseerden me minder, juist het binnen halen voor een goede prijs gaf mij een goed gevoel. Bovendien wist ik alles weer te verkopen met winst, dus wat was het probleem? Zij noemde het verslaving, net als mijn drinken. Ik geef toe dat ik dronk om te ontspannen. Net als dat ik me doordeweeks terug trok in bed met mijn mobieltje of IPad, dat had ik nodig. Waarom werd mij dat niet gewoon gegund. Ze overdreef trouwens behoorlijk, want eerst dronk ik gewoon een paar glazen wijn. Wat was daar mis mee? Later ontdekte ik de whisky, ook vanuit artistiek oogpunt. Ik begon me te verdiepen in het stoken, de ingrediënten en receptuur. Samen met haar broer kon ik er uren over bomen, haar interesseerde het weinig. Ze hield mijn drankgebruik scherp in de gaten, alsof ze mijn moeder was. Ik had een hekel aan mensen die zich met mij bemoeien. Ik begon de flessen te verstoppen, het ging haar niets aan wat ik wel of niet deed.

 

Het was ooit zij-en-ik-tegen-de-wereld. We waren een team, meer had ik niet nodig. Met mijn familie had ik weinig contact, ik had daar geen behoefte aan. Vrienden had ik niet, maar ik had haar. Zij had wel een hechte familie en vrienden, maar ze gaf mij het gevoel dat ik haar dierbaarste was. Ik deed alles voor haar. Ik mocht graag zorgen, dat zat in mijn aard. Liever hield ik me bezig met een ander dan met mezelf. Zij vond dat vluchten, noemde me een struisvogel. Zij wilde altijd praten, ik niet. Ze wilde tot me doordringen, dat lukte uiteindelijk soms. Ergens wist ik dat ik dat niet wilde, ik wenste niet te graven in mijn verleden en in mezelf. Op haar initiatief heb ik meegewerkt aan een paar sessies relatietherapie. Ik vond het zonde van mijn tijd. Ze was altijd al hulpbehoevend, ik niet. Ik redde mezelf en had mijn zaakjes prima voor elkaar. De scheiding van mijn ouders had me onzeker gemaakt, maar ik vond het kinderachtig om hen de schuld te geven van mijn levensloop. Ik was een volwassen vent en zelf verantwoordelijk voor mijn eigen leven. Dat had ik prima op orde en dat heb ik daar ook verteld. Zij vond dat te kort door de bocht en de therapeut koos partij voor haar. Ze zei het niet, maar ik voelde dat haarfijn aan.

 

Ze werd langzaamaan steeds hysterischer. Oh, wat ging ze me tegenstaan. Zat ze soms in de overgang of zo? Het kon nooit gewoon gezellig zijn, er moest altijd iets uitgepraat worden. Die eeuwige verongelijkte kop en dat gezeik met die hormonen. Ergens voelde ik dat ik tekortschoot, dat zij meer energie in onze relatie stak. Zij was van de verrassingen en spannende pakjes. Zij stuurde kaarten en pikante appjes. Ook was zij degene die zich mooi aankleedde en haar figuur behield. Alleen benoemde ik het nooit. Ik registreerde wel iets, maar deed daar nooit iets mee. Weer een reden voor haar om te klagen. Ik was nu eenmaal slecht in complimenten geven, dat wist ze. Met de kinderen lukte me dat wel, waar zij weer jaloers van werd. Ik zei dat ze donders goed wist dat ze een mooie vrouw was, zij vond dat een rotsmoes. Jammer dan, ik kon er niet langer mee zitten.

 

Toen ontmoette ik haar, de nieuwe vrouw in mijn leven. Gewoon bij het schoolhek, heel relaxed eigenlijk. Ze keek in mijn richting, een beetje verlegen naar de grond en ze lachte lief. Een stille vrouw, apart staand van de andere ouders. Ze was misschien niet zo opvallend als mijn vrouw, maar ze had zo’n lief snoetje. Ik besloot een gesprekje aan te knopen, zij luisterde naar mij. Ineens was ik de prater en ik bloeide op. Zij moest ook niets van de dorpelingen hebben, dat hadden we alvast gemeen. Van schoolpraat stapten we langzaam over op persoonlijker zaken. Zij had problemen met haar man en ik wilde deze lieve kwetsbare vrouw graag helpen en haar beschermen tegen haar dominante man. We bleken beiden in hetzelfde schuitje te zitten, niet gewaardeerd door onze partners. Zij vond mij niet dik, zij luisterde werkelijk naar mij. Zoveel lieve zachtheid was ik niet meer gewend. We begonnen een affaire, want we werden hopeloos verliefd. We konden en wilden dit niet stoppen. Door haar voelde ik wat liefde was, zij was de echte vrouw van mijn dromen. Ik kon haar niet laten gaan, dit moest voorbestemd zijn. Bij haar voelde ik me nodig, voor haar was ik de man van haar dromen. Ze adoreerde me, luisterde graag naar me en we hadden aan een half woord nodig. Liefde bleek zo eenvoudig en geen gevecht zoals met mijn vrouw. Dit was ware liefde daar twijfelde ik geen seconde aan.

 

Voor de rest had ik wel twijfels, over wat ik aan moest met mijn vrouw. Zij werd niet blij van mijn bekentenis. Waarom ik nooit over mijn onvrede had gepraat en iets over haar volledig passeren. Kom op zeg, het was toch overduidelijk dat het zo niet langer kon? Daarbij moet liefde onvoorwaardelijk zijn en vanzelf gaan. Zij vond mij naïef en ze smeekte me om voor ons huwelijk te vechten, ik zei het niet meer op te kunnen brengen. Ze kon me alle ruimte geven, alleen het contact moest stoppen. Zo zou ik het verkeerde voeden en wat je voedt groeit, vond ze. Ik weigerde, ik was haar niets verschuldigd. Na zes maanden trok ze de stekker uit onze relatie, ik vond het een kinderachtige rotstreek. Ze ontnam mij de kans, want ik snapte zelf ook heus wel dat het niet langer kon zo. Zij moest zo nodig weer met de eer gaan strijken door zelf onze relatie te beëindigen. De egoïst! Ze schreeuwde dat ik een midlifecrisis had en ik gaf haar soms gelijk. Wat dan nog? Mijn verliefdheid zou een ‘soul mate’ zijn, een symptoom van mijn crisis. Ik lachte haar uit om haar onzin. Ze beweerde dat mijn vriendin borderline had en niet spoorde. Nou er was er maar eentje die niet spoorde, mijn vrouw en die hoefde ik niet meer.

 

Mijn gevoel wordt met de dag sterker, ik heb mijn droomvrouw gevonden. Dankzij haar voel ik me beter dan ooit. Misschien heb ik het allemaal niet handig aangepakt met mijn ex, maar wat ben ik blij dat ik van haar af ben. Ik kan niet wachten tot ik een nieuw huis kan kopen en samen met mijn liefste een nieuwe start kan maken. Nooit meer de underdog zijn.

 

@missnienox

 

Foto Ante Hamersmit unsplash man doos over hoofd

Foto: Ante Hamersmit

 

Dit verhaal gaat grotendeels over een midlifecrisis. Wil je meer lezen over dit onderwerp, dan zijn de volgende verhalen misschien ook interessant voor jou:

Wijsneus

Prooi

Mijn baas een lastig mens - een hond vertelt

Impuls

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.