Ze was er niet trots op, achteraf gezien. Maar op het moment kon het haar niets schelen. Alles in haar schreeuwde: “Nee!” en deze keer luisterde ze. Haar gevoel was het enige dat telde. Wat hij ervan vond interesseerde haar niets. Het voelde voor haar alsof hij haar verstikte, als een warme strakke coltrui in de zomer. Haar voeten voelden vast gezogen in stroperige modder en ze leek opgesloten in de tijd. De dag dat zij voor de laatste keer de kale zware voordeur van zijn huis dichtgooide, kreeg ze eindelijk lucht. Geen spijt, geen twijfels en alles kreeg weer kleur.
Martin was een buurman van haar broer. Hij was haar niet eerder opgevallen. Een kleurloze jongeman die grijs afstak bij haar opvallende broer. Ze moest hem eerder gezien hebben, maar ze herinnerde zich dat niet. Meestal had hij een helm op en een grijs leren motorpak. Haar broer mocht graag scheuren met zijn vrienden op hun snelle racemotoren. Martin hoorde daar sinds kort bij. Zijn motorfiets was niet de snelste en zeker niet de hipste. Zij had daar oog voor, als dochter van motormuizen. Zijn haar was asblond en zijn ogen waren grijs en klein. Het enige dat indruk maakte, was zijn grote tatoeage, een Keltisch kruis dat van zijn bovenarm doorliep op zijn schouder. Ze had niet echt een mening over dat soort dingen, maar bij deze man leek het wat vreemd. Ongepast en bedacht bij zijn brave voorkomen. Ondanks zijn lengte, oogde hij door zijn smalle schouders iel. Het was de stoere tatoeage die voor haar de doorslag gaf. Het paste bij haar nieuwe imago, want ze wilde niet langer braaf zijn en hij leek een logische keuze.
Ze was niet op zoek naar een ander. Ze was nog vol van iemand. Aan de kant gezet en gedumpt, stond ze er ineens met een dreumes alleen voor. De vader gevlucht naar een vreemde, een ontploffing van verdriet achterlatend. Het was drie maanden geleden. Wat natuurlijk niets voorstelde op een relatie van negen jaar. Het was haar eerste echte liefde en die liet zich niet zomaar uit haar systeem zetten. Ze had nog het naïeve geloof dat haar geluk in de handen van een ander lag. Haar schreeuwende bloedende hart wilde verzorgd worden. Ze verlangde naar koestering en bescherming en hunkerde naar veiligheid, om zeker te weten dat het goed kwam. Nog niet beseffend dat zij enkel zichzelf dat gevoel kon geven.
Stella was nog geen dertig, maar oogde begin twintig. Ze had een tenger en sportief figuur. Donker krullend haar vormde een mooi contrast met haar blanke huid. Haar groene ogen had ze doorgegeven aan haar zoontje en van een afstand had ze door kunnen gaan voor zijn grote zus. Plotseling was zij een alleenstaande moeder geworden. Bijstandsmoeder… Ze gruwde van het idee. Hoe had dit haar kunnen overkomen? Vanuit een veilige thuisblijfmoeder situatie, moest er ineens brood op de plank komen en ze stond er helemaal alleen voor. Hoe moest het met een huis, werk en in je eentje een kind opvoeden? Geen zekerheden, alles was onduidelijk en gevaarlijk onbekend. Stella voelde zich bevroren in haar paniek. Ze woonde tijdelijk bij haar ouders, die haar hielpen waar ze konden. In haar hoofd bleef Stella zich alleen voelen en ze besefte dat ze haar eigen leven moest gaan leiden. Na weken van ontreddering, valse hoop, gewichtsverlies en opgezette ogen, kwam ze in actie. Ze regelde haar zaken, vond een eigen huisje en zag weer een toekomst.
Toen kwam Martin in beeld, letterlijk. Ze zag zijn berichtje pas dagen later. Wist zij veel hoe haar nieuwe mobiele telefoon werkte en dat dat kleine icoontje ergens voor stond… Martin dus en hij wilde wat afspreken. Als haar ex er niet met een ander vandoor was gegaan, had ze zich nooit voor iemand opengesteld. Nu voelde deze aandacht als prettige wraak. Al was haar beeld van Martin niet spannend, de tatoeage en de motorfiets zouden indruk maken op de ex. Stella begon het leuk te vinden, want het contrast van aandacht krijgen na het totaal afgedankte gevoel was enorm. Ze begon uit te kijken naar nieuwe berichtjes, ze werd voorzichtig verliefd. De eerste echte afspraak was leuk en spannend. Stella voelde zich zeventien, jong en vrij. Haar ouders pasten op haar zoon en zij had haar vrijheid terug. Ze genoot van die momenten voor haarzelf. Zich klaarmaken voor een feest zonder gehuil via de babyfoon of melkvlekken. Martin drong langzaam haar leven binnen. Toen ze elkaar voor het eerst zoenden was ze teleurgesteld en ook in bed viel het tegen. Ze was iets beters gewend, maar dat gemis drukte ze snel weg. Ongemak, twijfels, teleurstelling. Ze wilde niets van dat alles voelen. Haar roze bril belette dit en ze weigerde hem af te zetten.
Martin was een lieve jongen, want hij bleek gek op haar. Behulpzaam en handig hielp hij haar verhuizen naar haar eerste eigen huisje. Stella had behoefte aan deze eigen plek en aan samenwonen met Martin wilde ze niet denken. Regelmatig iets leuks doen en in het weekend samen slapen vond ze voldoende. Martin nam haar op een dag mee naar zijn moeder en stelde haar trots voor aan zijn zussen. Wat bij hem vanzelf leek te gaan, liefde voelen, werd voor haar steeds lastiger. Hoe hij speelde met haar zoon vond ze eerst leuk, hij hield duidelijk van kinderen. Dat Martin dominante trekjes had en een eigenzinnig karakter, ergerde Stella enorm. Een man moest haar uitdagen en haar iets kunnen leren. Ze prikte snel door zijn opschepperige praatjes heen en wat eerder aandoenlijk leek, herkende ze nu als onnozelheid. Stella werd met de dag kritischer maar hield alles binnen – emotioneel zat ze op slot. Deze relatie moest gaan werken, al was het maar voor haar zoon. Haar ouders en familie waren blij en opgelucht over haar nieuwe liefde en ze mocht ze niet teleurstellen. Liever stelde ze zichzelf teleur.
Stella was graag in haar huisje, met voldoende ruimte voor zichzelf en haar kind. De ruime woonkamer keek uit op een grasveld met bomen en daarachter was nog net een kerktoren zichtbaar. In de winter als de bomen kaal waren scheen het licht ’s avonds door de glas-in-loodramen. Flarden gezang van het kerkkoor drongen door tot in haar huisje en het maakte haar emotioneel. Langzaam stelde ze zich weer open voor de schoonheid van het leven en het voelde magisch. Ze bleek in haar eentje best een goede moeder te zijn en haar zelfvertrouwen groeide met de dag. Haar relatie met Martin verpieterde daarentegen in rap tempo.
Stella ging opnieuw studeren in Groningen, want als kunstenaar vond ze geen werk. Versneld juf worden leek haar een mooie kans, zo kwam ze eerder van die uitkering af en had ze een doel in haar leven. Hoe handig was het dat Martins stadswoning pal naast de school lag? Zondagavond bracht ze haar zoon naar de oppas en reed ze met haar auto naar hem. Ze hoefde maandag niet door de drukke spits, waar ze erg tegenop zag. Een straatje oversteken en ze was er. Het gemak dat dit haar bracht, overheerste haar afnemende gevoel van affectie. Martins ware aard manifesteerde zich iedere dag meer – een grijze muis, een kleurloze figuur. Zijn oubollig ingerichte huis met zware eikenhouten meubels paste hem als een oude jas.
Iedere dag dat zij meer zichzelf werd, leek de afstand tot Martin groter. Ze had haar onvrede en twijfels met hem kunnen delen, maar ze kreeg het haar strot niet uit. Het was net of Martin het niet wilde zien en horen, want hij negeerde haar kritische opmerkingen en speelde de vrolijke onschuld. Hij liet niets merken in ieder geval en zij liet het wel uit haar hoofd om het gesprek aan te gaan. De voordelen maakte ze belangrijker dan de nadelen. Ze wilde haar klusmaatje, regelaar en handige logeerplek niet kwijt. Ze wilde niet falen in de liefde en ze weigerde er alleen voor te staan. In wezen was ze doodsbang voor de werkelijkheid. Eenzaamheid. Alleen zijn. Als de dood.
Toch hield dat haar uiteindelijk niet tegen. Negen maanden na het eerste berichtje van Martin, zette zij er een punt achter. Bruusk, uit het niets. In een vloeiende zin gooide ze het eruit en ze hield alleen rekening met zichzelf. Bevroren keek hij haar aan. Ze zag hun verloren toekomst in zijn ogen. Ze zag trouwen, kinderen, samen oud worden. Ze zag tranen en woede, maar het raakte haar niet. Stella voelde helemaal niets. De overlever in haar wenste maar een ding: lucht, vrijheid, adem! Wanneer je eerder zo gruwelijk gedumpt en afgewezen bent, zo volledig bent verlaten, dan is controle het enige dat je wilt. Bij het minste of geringste spoortje van irritatie of stress zelf de macht terug pakken. De ander dumpen voor hij de kans krijgt bij jou hetzelfde te doen.
Martin was er kapot van. Hij voelde zich gebruikt en had het niet zien aankomen. Dit hoorde Stella later van haar broer. Ze had zijn verschrikte blik wel gezien, maar onvoldoende beseft dat ze geen waarschuwing had gegeven. Alles had zich in haar hoofd afgespeeld en Martin had geen kans gekregen voor hun relatie te vechten. Het liet haar koud. Voor de duur van negen maanden had hij haar op weg geholpen. Ze had liefde, zelfvertrouwen, steun en praktische hulp van hem ontvangen. Ze kon het nu zelf. Stella was herboren en ze had hem niet langer nodig. Martin was een fase, een veilige brug in een grijze periode. Haar rebound.
@missnienox
N.B. Een rebound relatie is een relatie die iemand begint om een recente beëindiging van een relatie te verwerken. Voor de ander (de rebound) kan dat een heel pijnlijke situatie zijn, omdat die meestal veel meer van zichzelf heeft gegeven dan de vluchtende gaf. (Bron: www.cosmopolitan.com)
Foto: Tom Pumford
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi geschreven❤️
Dank je wel lieve Alien! 💚