“Mijnheer Tjassing was het toch? Wat leuk om u eindelijk eens te ontmoeten, komt u binnen!” Bep scharrelde voor August uit door haar smalle halletje en peinsde zich suf over de reden van dit onverwachte bezoek. Gelukkig was August goed voorbereid en kwam hij direct ter zake: “U bent schrijfster, is het niet? Ik vond uw boek in mijn boekenkast. Mijn geliefde Margreth die helaas niet meer onder ons is, heeft mij op u geattendeerd. Help mij alsjeblieft”. Helpen - dacht Bep - daar had ze eigenlijk niet zoveel zin in. Ze had haar halve leven mensen geholpen, geadviseerd en gesteund en het was haar aardig gaan vervelen. Mensen leerden zo langzaam en veranderden maar weinig. Ze had met zichzelf afgesproken dat ze enkel een uitzondering zou maken voor gevallen die haar brein kietelden. Geen oude behoeftige mannen dus, of zielige eenzame stumpers.
Omdat Bep nogal defensief in de deuropening van de huiskamer bleef staan, begreep August dat er meer nodig was. “Mag ik u iets vragen. Mevrouw Gispens?” Iets in zijn zachte open blik raakte Bep en met een zucht liet ze haar schouders zakken en wees richting de bank. “Zeg maar Bep, ga zitten en vraag wat je zo graag schijnt te willen weten”. August ging behoedzaam zitten en wachtte tot Bep hetzelfde deed. Hij haalde diep adem en als vanzelf rolde zijn zinnen de kamer in: “Weet u hoe het voelt, de liefde te verliezen? Een liefde warm als het holletje onder de dekens waar zonet nog een opgerold kattenbeest heeft gelegen. Een mens onvervangbaar vol lieve woorden, kleine aanrakingen, een teder kusje op je voorhoofd, het zachte tevreden tikken van breinaalden, gedeelde blikken, woordeloos, je volledig op je gemak voelen, enkel door de gedachte dat ze van jou is en bij jou hoort. Die lieve rimpeling rond pretoogjes, haar mondhoeken getekend rond een zachte lach. Dit alles te moeten missen was leefbaar zolang ik haar in mijn hart droeg en mijn tijd en aandacht voor haar ongestoord was. Toen was daar ineens die heks, die feeks die mijn veilige leven in denderde. Ik kon enkel binnen blijven en haar ontlopen. Ze maakte me verlamd en machteloos, die ordinaire blonde hoekige vrouw. Verlos me van haar. Oh alstublieft. Help mij zoals uw boeken mijn vrouw hielpen. Help me!”
De laatste twee woorden bibberden als een stuiptrekking en Bep zweeg om alles tot zich door te laten dringen. “Als ik het goed begrijp”, begon ze voorzichtig, ”wilt u dat uw nieuwe bewonderaarster haar bakens verzet?” August knikte driftig, dat was inderdaad wat hij wenste. Rust. Bep kreeg een grijns op haar gezicht en schoot met verdachte snelheid haar fauteuil uit. “Vooruit, je hebt me. Het is dat je me doet herinneren aan mijn geliefde broer en aan de liefde die ik nooit gekend heb, maar herken wanneer ik over haar hoor. Ik neem aan dat het om Sjaan gaat, om wie anders zou het kunnen gaan immers?” August glunderde en Bep legde grinnikend haar plan uit en zo geschiedde het.
Nog dezelfde week kwamen de vier dames voor het eerst bij elkaar op Beps galerij. Het had haar weinig moeite gekost om dit onopvallend te regelen. Sjaan kende Teun en Thea kende iedereen en Bep wist het zo te spelen dat ze niet konden weigeren. De dames zaten net aan hun tweede kopje koffie toen Teun iets ontwaarde beneden. “Kijk eens daar, die kennen we nog niet. Een lange kerel bij garage 33…” Bij het woord kerel schoot Sjaan uit haar rotan stoeltje en spuugde bijna haar peuk in Teuns nek. Aan haar hele houding zag Bep dat het raak was en ze probeerde haar nieuwsgierigheid te verbergen en liep langzaam naar het raam toe. Thea volgde als laatste en keek naar dezelfde richting als de anderen. “Wat een heerlijk hapje!” riep Sjaan terwijl ze haar lippen tuitte en haar blonde knot verder omhoog werkte met haar vrije hand. Haar peuk had ze bliksemsnel uit haar mond gehaald, zodat ze vrij kon gillen van enthousiasme. Bep was ook opgetogen, August had niets teveel gezegd. Zijn jeugdvriend, ooit begenadigd acteur, speelde zijn rol met verve. De lange kerel viel bij alle dames in de smaak en vooral bij Sjaan.
August kende Jozef sinds de kleuterschool, toen was hij al een komisch talent. Iedereen was gek op Jozef en zijn levenslust straalde uit op iedereen waarmee hij omging. Het verbaasde niemand dat deze jongen naar de toneelschool ging, maar waarom helemaal naar Maastricht? August begreep wel waarom zijn vriend voor zo’n verre stad koos, het paste bij zijn nieuwsgierige karakter en zijn hang naar vrijheid. Ze waren elkaar uiteindelijk uit het oog verloren en Jozef was een beroemd toneelacteur geworden. Toch was een afspraak dankzij Facebook snel gemaakt. Dit was dan weer een idee van Bep, want August was niet zo handig met dat moderne gedoe. Daarna vielen ze elkaar gewoon in de armen, alsof er geen dag verstreken was. Ja, Jozef vond het een heerlijk plan, want hij verveelde zich de laatste tijd. En nee, het was geen probleem, een garagebox was zo gehuurd en dat sportwagentje gespot op marktplaats. De heren verkneukelden zich om het plannetje en ze bespraken de laatste details onder het genot van een borreltje bij Bep.
Zo werd Jozef een wekelijkse traktatie…eh attractie. Iedere donderdagochtend voerde hij zijn ritueel tot in perfectie uit: puik pak aan, garagebox openen, heupwiegen, auto uitrijden, lonken naar boven en langzaam wegrijden. De dames hadden vermaak, August had plezier en Jozef voelde zich weer een ster. Alleen de tijd doorbrengen tussen het vertrek en de terugkomst was een dingetje, maar daar had Bep een gedurfde oplossing voor. Jozef reed zijn blauwe mobiel een paar straten verderop uit het zicht, verwisselde zijn colbert en zette een pet op zijn zilveren krullen. Zo wandelde hij doodleuk terug naar De Beuken en ging via een zijdeur naar binnen. Koffie drinken met zijn ouwe maat en daarna zijn trucje herhalen. Sjaan was ondertussen euforisch en helemaal stapel op hem geworden, ze kon amper nog eten en de sigaretten vlogen er doorheen.
Tot de dag dat Jozef slordig werd en zijn colbert vergat te wisselen, zijn pet kon het niet verbloemen. Bij de ingang botste hij letterlijk op Sjaan. De vrouw die nooit om een woordje verlegen zat keek hem volslagen verstard aan en Jozef keek terug. Zo dichtbij zag hij een lief meisje in de vrouw op leeftijd. Hij zag pit en zelfvertrouwen en glanzende blauwe ogen tussen al het zonnebruin. Sjaan op haar beurt zag alles wat ze wilde hebben. Ineens kreeg ze een enorme behoefte aan zorgzaam zijn en tegelijkertijd stoute dingen doen. Deze lange kerel was een boefje, dat zag ze direct. Ze bleken van hetzelfde materiaal en spraken dat direct naar elkaar uit met hun blik. Totale adoratie.
August zat met Bep op de galerij en ze dronken tevreden hun kopje koffie. Niemand sprak en ze waren content met de stilte. Er was het een en ander veranderd en dat was ok. Sjaan was redelijk snel met Jozef naar Spanje vertrokken, haar geliefde zon won het van het koude Hollandse klimaat. Teun was hier erg verbolgen over geweest, eigenlijk had zij liefdesverdriet, want ze had Jozef in stilte aanbeden. Thea liet zich ook minder zien, gewoon omdat ze daar geen noodzaak toe voelde. Ze was druk genoeg met al haar werk en zag dat deze twee zich prima vermaakten zonder haar. Hier zaten twee vrienden bij elkaar in stilte. Hij dacht na over hun bijzondere vriendschap en hun gedeelde geheim. Zij keek naar hem uit haar ooghoek, haar extra broer en haar inspiratiebron. Er zou nog lang nagepraat worden over de liefdesgeschiedenis in De Beuken en dan keken zij elkaar altijd even aan. Gewoon een warme blik van verstandhouding en herkenning, daar waar het allemaal mee begonnen was. De liefde kent vele gezichten en ze is overal thuis.
Einde
@missnienox
Foto: Arnaud Jaegers
Reactie plaatsen
Reacties
Mooie ontknoping, over nieuwe mooie vriendschappen en dat op werkelijk elke pot een deksel past (om de oubollige uitdrukking maar eens te gebruiken). Mooi en introerend beschreven hoe je een geliefde kunt missen.
Merci lieve Gerda, voor je prachtige compliment. Ja, ik weet helaas goed uit eigen ervaring hoe het gemis van een geliefde voelt.